Skip to main content

Hoe ga je om met kritiek van een eindredacteur? – 7 geboden

eindredacteur

‘Het is kinderachtig’, zei een collega laatst tegen me. ‘Maar als ik een een mailtje krijg van een eindredacteur met wijzigingen in mijn artikel, is mijn eerste reactie: Wel verdomme! Wat een onzin! ‘Later besef ik altijd dat de eindredacteur eigenlijk wel een punt heeft en mail ik iets braafs terug.’

Zelf reageerde ik in mijn beginjaren als freelance journalist te snel en te verbolgen als de redactie kritiek uitte op één van mijn artikelen. Toen ik als 23-jarige nog voor het inmiddels niet meer bestaande blad Triv’ schreef heb ik zelfs ooit iets belachelijks gemaild als: ‘Ik denk echt dat het stuk goed is zonder deze wijzigingen, als jij vindt van niet, dan moet je het maar niet publiceren.’

Onlangs zat ik aan de andere kant van de tafel. Ik viel in als eindredacteur bij een tijdschrift en deed mijn uiterste best om nuttige opmerkingen te plaatsen bij artikelen van freelancers.

Een paar dagen later hing één van de auteurs aan de telefoon. Hij klonk lichtelijk verontwaardigd en deed eigenlijk al mijn opmerkingen af als gezeur. Kortom: hij reageerde zoals ik zelf zo vaak heb gereageerd.

Ik denk dat iedere schrijver of journalist soms in deze valkuil trapt. Weinig werk is zo persoonlijk als schrijven: een tekst komt rechtstreeks uit jezelf, het zijn jouw gedachten, maar dan op papier. Als iemand je artikel meteen wil veranderen, voelt het een beetje alsof een kind dat je net hebt gebaard onmiddellijk een facelift krijgt, omdat het te lelijk is.

Kortom: een schrijver vat kritiek van de eindredactie volgens mij vaak onbewust te persoonlijk op, terwijl de eindredacteur simpelweg het verhaal beter wil maken.

Ik verbied mezelf daarom al enkele jaren om verbolgen te reageren op kritiek van eindredacteuren. Als ik een kritisch mailtje ontvang, ga ik een rondje hardlopen of een nachtje slapen om ‘de navelstreng’ met mijn artikel door te knippen.

Daarna kijk ik nog eens naar de wijzigingen met deze 7 geboden in gedachten.

1. Besef dat je eindredacteur een betere kijk heeft op je verhaal dan jij

Als je een verhaal net hebt ingeleverd, zit je nog middenin het schrijfproces. Je denkt nog op zinsniveau en bent gehecht aan bepaalde woordjes en alinea’s waar je hard aan hebt gewerkt. Eindredacteuren bekijken het verhaal meer van een afstandje. Ze zien de grote lijnen waarschijnlijk beter dan jij.

Beschouw hun commentaar daarom niet als kritiek, probeer je te verplaatsen in hun gezichtspunt. Stephen King legt dat op zijn eigen manier uit in zijn geweldige boek Over Leven en Schrijven.

“When you write a book, you spend day after day scanning and identifying the trees. When you’re done, you have to step back and look at the forest.”

2. De eindredacteur is je eerste lezer, respecteer hem

Als de eindredactie bij een bepaalde passage in slaap valt, of een zin niet begrijpt, ligt dat niet aan hem. Waarschijnlijk zullen meer lezers zijn mening delen.

Doe je zo’n opmerking af als gezeur, dan geef je in feite je lezers de middelvinger.

3. Je bent niet perfect

Bijna elke schrijver of journalist heeft ergens diep van binnen de hoop dat een eindredacteur alleen zal zeggen: geweldig verhaal, niets meer aan doen!

Maar hoe realistisch is dat? Ook sterauteurs als Harry Mulisch en Hunter S. Thompson hadden te maken met eindredacteuren en correctoren, en die zaten heus niet uit hun neus te eten. Calculeer in dat je altijd nog iets aan je artikel zult moeten aanpassen.

4. Wees niet overgevoelig

Natuurlijk, soms heeft een eindredacteur een slecht humeur en zal hij of zij kritiek onsubtiel verwoorden. Wees dan de verstandigste. Ga niet meteen zeuren over de toon, maar kijk naar de inhoud.

En bedenk dat het altijd slechter kan. De eerder genoemde Hunter S. Thompson was zelf ook eindredacteur bij het tijdschrift Rolling Stone en schreef rustig dit soort teksten naar de beroemde auteur Anthony Burgess.

‘Wat voor halfbakken rotzooi probeer je bij ons naar binnen te loodsen? (….) Denk je dat we hier een stelletje hersenloze reptielen zijn? Luie cocksucker!’ Lees de rest van zijn scheldkannonade 

5. Prestaties uit verleden bieden geen garantie voor de toekomst

Je bent vaak geneigd om je succesverhalen uit het verleden voor jezelf als bewijs aan te voeren dat je nieuwste stuk ook goed zal zijn.

Ok, misschien heb je tien jaar ervaring, maar denk eens goed na: hoe veel van die verhalen zijn uiteindelijk met succes gepubliceerd mede dankzij ingrepen van de eindredacteur? Hoe vaak merkte je bij een revisie niet dat je die ene alinea inderdaad toch scherper kon formuleren?

Ik heb regelmatig een stuk van mezelf teruggelezen in een krant of tijdschrift waarin ik een geschrapte alinea uiteindelijk helemaal niet miste.

6. Wees creatief, ook bij het herschrijven

Neem niet plichtmatig alle wijzigingen over. Het blijft jouw verhaal. Denk goed na over de opmerkingen, heb plezier bij het schrijven en kom met verrassende oplossingen.

7. Wees niet lui

Ja, die wijzigingen die de eindredacteur voorstelt, gaan tijd kosten. En je krijgt er geen extra geld voor.

Natuurlijk kost het mij soms ook moeite om dat te accepteren. Een jaar of vier geleden moest ik bijvoorbeeld een artikel voor de Volkskrant (over slaap) volledig opnieuw schrijven, omdat de gekozen invalshoek in eerste instantie verkeerd was.

Ik baalde er flink van, maar ik deed het. Uiteindelijk belandde het verhaal in de top 3 van best gelezen artikelen uit de zaterdagkrant. Later werd ik min of meer vaste medewerker en stuurde de Volkskrant me voor verhalen naar Zuid-Korea en San Francisco.

En toch weet ik zeker dat het nog wel eens zal gebeuren dat ik een artikel flink moet aanpassen.

* Uiteraard zit een eindredacteur er ook wel eens naast, en natuurlijk moet je hem of haar daar dan op wijzen. Maar blijf kalm en doe vooral niet uit de hoogte.

“Some editors are failed writers, but so are most writers.”   T.S. Elliott – On Writing

 

 

Schrijf je net als 10.000 anderen in voor mijn wekelijkse schrijftip. De ‘gouden’ tip ontvang je meteen! Klik op de mail.

Boek schrijven?

Abonneer je op mijn speciale nieuwsbrief voor schrijvers van boeken. Elke week inspiratie en tips.

Wie is Schrijfvis eigenlijk? En wat kun je hier doen?

Klik op de button en neem een kijkje bij de cursussen: je kunt meteen beginnen!

Welke schrijfcursus op Schrijfvis past bij jou? Vergelijk de cursussen

Luister de Schrijfvis-podcast

Verrassende interviews met inspirerende schrijvers, copywriters, journalisten zoals Mensje van Keulen, Govert Schilling, Aartjan van Erkel, Jozua Douglas en de bekendste literair agent van Nederland.

Luister de podcast

Dennis Rijnvis

Dennis Rijnvis, journalist voor onder meer De Volkskrant, Quest, Nu.nl en Psychologie Magazine. Maar ook schrijver van de thriller Savelsbos, uitgegeven door Cargo/De Bezige Bij. Op dit blog deel ik mijn inzichten en ervaringen op het gebied van schrijven.

6 Comments

  • Mike Nuijs schreef:

    Interessant blog, erg leuk om te lezen.

    Groet Mike

  • Joshua schreef:

    Goed stuk, Dennis! Je verwoordt het fantastisch. Hopelijk lezen veel schrijvers – én eindredacteuren – dit artikel. Een goed begrip van elkaars werk zorgt voor een betere samenwerking, en een succesvol(ler) product. 🙂

  • Jan schreef:

    Leuke invalshoek! Ik krijg eigenlijk nooit dit soort reacties van de collega’s voor wie ik eindredigeer, maar anders zou ik je blog rondmailen.

  • Dag Dennis,
    Ik heb een tekst voor me liggen met commentaar en laat me je vertellen dat er nog een ding erger is dan een einderedacteur. Dat is je vrouw/partner je tekst laten lezen.
    Het is daarnaast voor een eindredacteur ook belangrijk duidelijk te maken dat zijn/haar commentaar niet bedoeld is als doodsteek, maar als middel om het verhaal beter te maken. Complimentje tussendoor doet wonderen. In mijn geval is het zo dat ik de laatste tijd veel rapporten ed heb geredigeerd, dus wat ambtelijker ben gaan schrijven. Daar wil ik weer wat los van komen. Ik verheug mij dus op het uitwerken van het commentaar. Een beetje een opfriscursus dus. Ik ga los. Wordt vervolgd.

Leave a Reply