Pas op, aan deze lijst met freelance schrijftips kleeft een klein risico. Ik werk weliswaar al vijftien jaar als journalist en freelance schrijver, en ik zat nooit om opdrachten verlegen. Maar ik heb wel een ander probleem gehad: een overschot aan werk.
Ik schreef zo veel dat ik bijna bezweek onder de druk van alle deadlines. In 2016 raakte ik overspannen. Voor mij betekende dat gebroken nachten. Ik sliep nauwelijks nog. Ik droomde over chefs die belden waar verhalen bleven. Dat duurde meer dan een jaar. Terugkijkend was ik iets té fantatiek bezig met mijn schrijfcarriere. Als deze lijst met tips een recept voor een drankje zou zijn, zou ik zeggen: verdunnen met water en één slok tegelijk.
Maar geniet ook van je eerste stappen op het schrijverspad. Schrijver worden, is vooral leuk. Mijn hoogtepunt tot nu toe: het schrijven van dit artikel waarvoor ik op kosten van de Volkskrant naar Zuid-Korea vloog en een paar dagen in een kliniek met gekloonde honden rondliep. Onderstaande aanpak heeft me zeker geholpen bij het binnenhalen van dit soort schrijfklussen.
1. Journalist of (tekst)schrijver worden? Focus je niet op visitekaartjes
Begin je net als freelance schrijver? Besteed niet te veel aandacht aan visitekaartjes, of een website.
Natuurlijk is het goed om na te denken over een logo, een bedrijfsnaam en de kleuren van een je online portfolio. Maar bij beginnende schrijvers wordt de focus op die randzaken soms een excuus om niet te hoeven nadenken over de grootste uitdaging: het vinden van leuk en goed betaald werk.
Maak het jezelf makkelijk. Zet een simpele website op bij een platform als Journa (speciaal voor journalisten) of in WordPress (hier lees je hoe je dat binnen 20 minuten regelt) en presenteer jezelf als tekstschrijver of journalist.
Oh ja, laat die visitekaartjes nog maar even zitten. In mijn 15-jarige bestaan als freelance schrijver heb ik ze nog nooit nodig gehad. Een e-mail-adres is zo uitgewisseld.
2. Maak je niet druk over je opleiding
De perfecte opleiding voor een freelance schrijver bestaat niet. Natuurlijk helpt het als je een schrijfopleiding hebt gevolgd, maar ik ken ook geweldige schrijvers die geschiedenis, psychologie, natuurkunde, of biologie hebben gestudeerd.
Eén van de beste freelance journalisten die ik ken, deed zelfs helemaal geen universitaire studie. Hij werkte na zijn middelbare school een tijdje als postbode. Daarna werd hij journalist door simpelweg veel te schrijven en te lezen.
Zelf studeerde ik vier jaar lang journalistiek in Utrecht. Daar heb ik de basisbeginselen van het schrijven geleerd, maar de opleiding duurde wat mij betreft te lang en was wat schools. Beginnende schrijvers zou ik aanraden om een korte, intensieve schrijfcursus te volgen van enkele maanden, bijvoorbeeld een Master Journalistiek of de cursus wetenschapsjournalistiek van NCW.
3. Weet voor wie je gaat schrijven
Als freelance schrijver of journalist kun je schrijven voor 1001 opdrachtgevers: van kleine zelfstandigen tot grote bedrijven, van sportkaternen of wetenschapsredacties tot vrouwenbladen en juridische magazines. Daarnaast is er veel concurrentie van andere freelancers.
Je schiet sneller uit de startblokken als je jezelf specialiseert in een bepaalde niche, zoals psychologie, sport, rechten, of technologie.
Door veel over een bepaald onderwerp te schrijven, bouw je automatisch een expertise op en word je aantrekkelijker voor opdrachtgevers. Psychologie Magazine zal bijvoorbeeld eerder iemand inhuren die vaak over psychologie schrijft, dan een journalist die van alles en nog wat doet. Een advocatenkantoor neemt liever een tekstschrijver die regelmatig over juridische zaken schrijft dan een algemeen verslaggever van een krant.
Een specialisatie kan heel smal zijn. Je kunt bijvoorbeeld dé tekstschrijver worden op het gebied van hypotheken. Maar als je van meer afwisseling houd, kun je ook een bredere niche kiezen. Zo profileer ik mezelf als wetenschapsjournalist. De ene week kan ik over gekloonde honden schrijven, de andere week over ruimtevaart.
4. Zet niet te hoog in
Natuurlijk willen wel allemaal voor New York Times schrijven, of voor Apple. Maar begin klein. Voel jezelf niet te groot om als freelance schrijver ervaring op te doen bij een klein blog of een lokale krant. Studeer je nog? Meld je dan aan als schrijver voor de universiteitskrant.
Zelf schreef ik mijn eerste stukjes bij de Delftse Post, een huis-aan-huis-krant uit Delft. Elke zaterdag schreef ik een verhaal. Mijn artikelen gingen over de opening van een buurthuis, het jubileum van plaatselijke majorettevereniging, of een raadsvergadering. Ik leerde om op vreemde mensen af te stappen en ze interviewen, om deadlines te halen, en om kritisch naar mijn eigen teksten te kijken. Het was een geweldige manier om ervaring op te doen.
5. Bouw een gevarieerd portfolio op
Elke potentiële opdrachtgever zal je vragen om voorbeelden van je werk. Wel zo handig als je dan wat verschillende soorten verhalen kunt laten zien.
Zeker in de beginfase van je carriere als freelance schrijver is het belangrijk dat je jezelf ontwikkelt als schrijver. Schrijf je vooral nieuwsverhalen bij een regionale krant, dien dan ook eens een voorstel in voor een reportage. Bedenk je vooral recepten voor een foodblog, probeer dan voor elkaar te krijgen dat je ook eens een interview mag doen, bijvoorbeeld met een topkok.
6. Ga niet zitten wachten op opdrachten
Helaas, er is geen tekort aan freelance schrijvers en journalisten. Als je wacht totdat een tijdschrift, blog of bedrijf jou benadert met een schrijfklus, kun je wachten tot je een ons weegt. Wees eerder te brutaal dan te bescheiden bij het zoeken naar freelance klussen.
Neem initiatief en mail de krant, het blog, het tijdschrift of de communicatie-afdeling van het bedrijf waarvoor je wilt schrijven. Stel jezelf netjes voor, en stuur voorbeelden van eerder werk mee. Beschouw een afwijzing niet als een definitief nee, maar als een teken dat je meer ervaring moet opdoen. Probeer het een paar maanden later gewoon opnieuw.
Zelf heb ik bijna al mijn opdrachtgevers te danken aan open sollicitaties. Ik verdiende mijn eerste baan bij de jeugdkrant Kidsweek door de hoofdredacteur brutaal een mailtje te sturen. Later belandde ik als freelancer bij de Volkskrant door de toenmalige wetenschapschef via Twitter om een kans te vragen. Kortom: een goede journalist of tekstschrijver word je door initiatief te tonen.
7. Kom altijd met verhaalideeën
Leuk dat je wilt schrijven voor je favoriete krant, blog of tijdschrift, maar welk verhaal dan precies?
Toen ik zelf freelancers aanstuurde op de redactie van Kidsweek en later Intermediair, verbaasde ik me over de ‘ideeëndroogte’ in de mailtjes die ik van hen ontving.
Als ik zelf een nieuwe opdrachtgever benader, doe ik altijd minimaal twee suggesties voor artikelen die ik graag voor ze zou schrijven. Zo word je vraag om werk veel concreter (zie het volgende punt voor een voorbeeld). De redacteur zal dan eerder geneigd zijn om te antwoorden. Met een goed verhaalidee laat je zien dat je hebt nagedacht over het blad en de doelgroep, en dat je niet in het wilde weg mogelijke opdrachtgevers aanschrijft.
8. Houd je acquisitie-mails kort
De lezer heeft waarschijnlijk nog meer te doen. Stel jezelf kort voor, voeg een paar voorbeelden van je werk toe. En houd ook de uitwerking van je verhaalideeën zo kort mogelijk. Meestal zet ik in een zin of vijf uiteen wat mijn onderwerp, invalshoek en plan van aanpak is.Dit is een letterlijk voorbeeld van een pitch die ik naar Quest stuurde.
Het ontstaan van Nederlandse stadsparken
Het oudste stadspark van Nederland ligt in Schiedam. Het werd in 1767 officeel bestemd als openbaar groengebied en is daarmee bijna exact tweeënhalve eeuw oud.
Het lijkt mij erg leuk om aan de hand van een kleine reportage in het park (bijvoorbeeld een rondleiding met historicus) een stuk te schrijven over het ontstaan van stadparken in Nederland. Hoe zagen deze parken er vroeger uit, wie gebruikten ze en op welke manier? En hoe is dat door de eeuwen heen veranderd?
9. Stuur hetzelfde idee niet naar meerdere opdrachtgevers
Als je een goed idee voor een artikel hebt, wil je het zo snel mogelijk maken. Het is dan verleidelijk om een voorstel naar meerdere redacties te sturen, want daarmee vergroot je de kans op een reactie.
Doe het niet, want als er meerdere opdrachtgevers ‘ja’ zeggen, heb je een probleem. Het laatste dat redacties willen is dat hun grote concurrent met een identiek of deels overlappend artikel uitpakt.
Ik heb deze fout één keer gemaakt. Ooit fleurde ik zowel een verhaal in NRC als in het AD op met een lijstje opmerkelijke wekkers (zie onderaan dit artikel over hazenslaapjes). Er hing meteen een boze redacteur aan de lijn.
10. Laat je niet te veel beknotten in je vrijheid
Soms proberen kranten of tijdschriften je te verbieden om voor een bepaalde concurrent te schrijven. Laat je daarbij niet te veel imponeren.
Ze kiezen er bewust voor om met een freelancer te werken, dus ze mogen niet verwachten dat jij alleen voor hun krant of tijdschrift werkt.
Alleen als je voor een directe concurrent over hetzelfde soort onderwerpen gaat schrijven, is er een reëel probleem. Het is wat gek als lezers van de Volkskrant stukken van dezelfde wetenschapsjournalist lezen als het NRC, aangezien die kranten zich juist van elkaar willen onderscheiden.
Verder kunnen ze onmogelijk van je vragen om andere klussen op te zeggen, of ze moeten je financieel compenseren.
11. Ontmoet opdrachtgevers en andere freelancers
Kom eens achter je beeldscherm vandaan. Natuurlijk kun je contacten met collega’s en opdrachtgevers onderhouden per mail, maar het heeft grote voordelen om vakgenoten in levende lijve te ontmoeten. Bezoek borrels en congressen, of spreek af om eens langs te gaan op een redactie.
Als mensen je van gezicht kennen, zullen ze eerder aan je denken wanneer ze een schrijver nodig hebben voor een klus. Daarnaast ontmoet je op evenementen ook mensen uit je vakgebied die je nog niet kent. Ze kunnen je op nieuwe ideeën brengen, of zelfs in contact brengen met nieuwe opdrachtgevers.
Zo onmoette ik op een borrel ooit een oude bekende die bij Quest werkte. Hij deed een goed woordje voor me, en een paar dagen later had ik mijn eerste opdracht bij het blad.
12. Als je netwerkt, wees dan direct
Effectief netwerken is vooral: jezelf inhouden. Ga naar borrels en congressen omdat je oprecht geïnteresseerd bent in de mensen die er komen, en de kennis die wordt uitgewisseld. Breng het gesprek niet steeds op jouw zoektocht naar werk, dat komt gezocht en vervelend over.
Als zich een gouden kans voordoet, draai er dan niet omheen en houd het kort. Stel: je hebt een leuk gesprek met iemand en hij werkt bij de opdrachtgever van je dromen: zeg gewoon dat je graag eens voor die titel zou schrijven. Als de ander laat doorschemeren dat er geen behoefte is aan freelancers, ga dan niet aandringen of mokken. Hervat het leuke gesprek. Als jullie goed met elkaar blijken te klikken, komt de ander er misschien ooit op terug.
13. Stuur jezelf op cursus
Een goede schrijver doet aan ‘bijscholing’.
Als freelancer heb je dan wel geen baas die dure seminars en workshops voor je afrekent, maar er zijn veel betaalbare schrijfcursussen waarin je wordt gestimuleerd om met een frisse blik naar je werk te kijken. Dat kan een cursus journalistiek zijn, maar ook een workshop korte verhalen schrijven, of misschien wel poëzie.
Als je slim bent, combineer je een schrijfcursus met een vakantie (en trek je het ook nog deels af van je belastbaar inkomen).
Zelf volgde ik bijvoorbeeld een cursus Creative Writing in Edinburgh in 2011, dit jaar overweeg ik een cursus Flash Fiction te volgen in Athene.
14. Geef jezelf goede secundaire arbeidsvoorwaarden
Vergeet niet dat je als freelance schrijver eigen baas bent. Als het mooi weer is en iedereen zit op kantoor, gun jezelf dan een vrije middag en breng een bezoekje aan strand of bos.
Heb je een goede maand gedraaid? Neem eens een extra vakantie midden in het jaar, of geef jezelf een bonus waarmee je een dagje gaat winkelen. En verwen jezelf eens met de aanschaf van een goede laptop of een lunch bij die goede broodjeszaak in de stad.
Dit klinkt allemaal vanzelfsprekend. Maar voor meeste mensen zijn opgegroeid met het idee dat je van 9 tot 5 op kantoor werkt, voelt het soms als ‘spijbelen’ om midden op de dag de stad in te gaan. Zet dat idee uit je hoofd. Je bent freelancer, jij bepaalt!
15. Zeg af en toe nee tegen opdrachtgevers
Dit punt kan ik niet genoeg benadrukken. Je hebt de neiging als freelance schrijver om je opdrachtgever altijd tevreden te stellen, vaak uit angst dat ze de klus de volgende keer aan iemand anders zullen geven.
Die angst is onterecht en ongezond. Sterker nog: toen ik in 2017 vaker nee begon te zeggen (omdat ik tegen overspannenheid aanzat) merkte ik dat geen enkele opdrachtgever afhaakte. Sommige redacteuren begonnen me zelfs vaker klussen aan te bieden. Waarom? Dat lees je in dit stuk met 9 redenen om vaker nee te zeggen.
16. Gun jezelf collega’s
Eenzaamheid is één van de valkuilen van een bestaan als freelance schrijver. Je kunt als je wilt de hele dag in je pyjama achter je laptop zitten met de gordijnen dicht. Toen ik nog volledig vanuit huis werkte, was de cassiere bij de Albert Heijn op drukke werkdragen de enige persoon met wie ik sprak.
Sinds twee jaar ben ik lid van een flexwerkkantoor Nomadz in Den Haag. Daar zitten twintig tot dertig zelfstandigen uit verschillende vakgebieden: van schrijvers, coaches, biologen, vertalers, enz.
Ik ben productiever en creatiever in een omgeving waar ook andere mensen aan het werk zijn. Als ik vanuit huis werk, mis ik de praatjes bij de koffiemachine, de gezamenlijke lunch en de brainstormsessies met andere schrijvers.
17. Bepaal je werktijden
Wanneer stopt je werk en begint je privéleven?
Die vraag kon ik lange tijd niet beantwoorden. Als een krant of tijdschrift een mooie klus had, zei ik bijna automatisch ja, ook al moest ik ’s avonds of in het weekend aan de slag. Ik was bang om mensen teleur te stellen.
Dat ging jaren goed, totdat het me in 2017 te veel werd en overspannen raakte. Ik was zo met deadlines bezig dat ik ’s avonds niet meer in slaap kwam. Begin dus op tijd met het afbakenen van je werkdag. Werk bijvoorbeeld niet meer dan acht uur per dag, en niet in het weekend.
18. Laat anderen je werk lezen
Een frisse blik op je werk kan wonderen doen. Wanneer je lang zit te zwoegen op een verhaal, zie je de grote lijnen niet meer. Als ik vastzit bij het schrijven van een artikel, vraag ik vaak aan één van de andere journalisten of tekstschrijvers op mijn kantoor of ze naar de tekst willen kijken.
Vaak kunnen zij feilloos aanwijzen waar het verhaal wringt: de invalshoek blijkt bijvoorbeeld niet helemaal scherp, of er is een probleem met de notendop-alinea.
19. Houd brainstormsessies met medefreelancers
Verdubbel je creativiteit door samen te brainstormen. Spreek af voor koffie of lunch en vuur verhaalideeën op elkaar af. Vaak kunnen anderen je idee voor artikel aanscherpen en aanvullen, omdat ze er van een afstandje naar kijken. Ook hun connecties komen van pas: misschien kennen ze wel een opdrachtgever bij wie jouw artikel goed zou passen.
De gezamenlijke brainstormsessies met andere freelancers op mijn kantoor hebben me veel klussen opgeleverd, én mooie avonturen. Vorig jaar kwam ik met twee andere journalisten op het idee om naar Finland te reizen om daar reportages te maken voor Nederlandse kranten en tijdschriften (voornamelijk over het goede onderwijs in Finland). Dit verhaal van collega Elleke Bal is één van de resultaten.
20. Wees niet bang dat anderen je ideeën stelen
Sorry, je gedachten zijn niet zo waardevol als je denkt
Ik zie vaak dat beginnende freelancers terughoudend zijn om ideeën met anderen te delen, of zelfs bang zijn om artikelvoorstellen naar redacties te sturen. ‘Straks gaan ze ermee aan de haal’. Deze overtuiging zal je alleen maar tegenhouden, en is gebaseerd op een onterechte angst. Een idee alleen is weinig tot niets waard en zelden uniek. Het gaat voor 99,9 procent om de uitwerking: hoe ga jij het op papier zetten.
Anderen kunnen je daarbij helpen door je te motiveren, het idee aan te scherpen en hun eigen creativiteit erop los te laten. Zodra je een idee voor een artikel verstopt voor de buitenwereld kan het niet verder groeien. Je bent dan je creatieve processen aan het blokkeren.
21. Reageer niet te snel op kritiek
Als je een artikel terugkrijgt met commentaar van de eindredactie, is je eerste reactie vaak verdedigend. Weersta de verleiding om de kritiek te gaan weerleggen. Laat het eerst een dagje bezinken en kijk dan nog eens naar je artikel.
Weinig werk is zo persoonlijk als schrijven: een tekst komt rechtstreeks uit jezelf, het zijn jouw gedachten, maar dan op papier. Als iemand je artikel meteen wil veranderen, voelt het een beetje alsof een kind dat je net hebt gebaard onmiddellijk een facelift krijgt, omdat het te lelijk is.
Zelfs na vijftien jaar schrijven, voel ik bij het lezen van opmerkingen op mijn verhalen voor Psychologie Magazine, De Volkskrant of Quest soms de impuls om een verongelijkt mailtje terug te sturen. Maar als ik de kritiek laat bezinken, blijken de opmerkingen bijna altijd terecht.
Lees ook: de 7 geboden, zo ga je om met kritiek van een eindredacteur.
22. Durf definitief met opdrachtgevers te breken
Schrijven doe je altijd deels vanuit jezelf en op gevoel. Als de werkwijze en opvattingen van een redactie te ver uiteen met die van jou, heeft het weinig zin om voor zo’n opdrachtgever te blijven werken.
Je gaat dan te veel schrijven met de stem van een ander in je achterhoofd. Bij elke zin die je schrijft, hoor je een stemmetje: ‘zouden ze dit wel goed vinden?’ Zo kreeg ik bij een opdrachtgever ooit briefings waarin tot in detail stond beschreven welke onderwerpen aan bod moesten komen in welke alinea’s, en wat de geïnterviewden ongeveer moesten zeggen, en wat de eindconclusie moest zijn.
Voor iemand die puur copywriter is, kan dat prima zijn. Maar voor mij is het belangrijk dat ik wat van mijn creativiteit kwijt kan in mijn teksten. Juist vanwege dat creatieve gedeelte van het werk ben ik journalist geworden. Kortom: doe je best voor je klant, maar houd ook je eigen kernwaarden in het oog.
23. Bepaal een ondergrens voor je inkomen
Je zult waarschijnlijk niet rijk worden van een bestaan als freelance schrijver. Maar het is belangrijk dat je wel kunt leven van je werk. Wat is het minimale bedrag dat je nodig hebt om rond te komen, op een prettige manier te kunnen leven, en een klein beetje te kunnen sparen voor onverwachte uitgaves?
Ga niet te hoog zitten, maar wees wel reëel.
Door een ondergrens te bepalen kun je snel bepalen of je op koers ligt en of je schrijfcarriere levensvatbaar is, zonder dat je meteen te veel van jezelf vraagt. Zelf houd ik 2000 euro als minimum aan. Doordat ik al in het begin van mijn loopbaan als freelancer een vaste klus kreeg waarmee ik dat bedrag verdiende (dagelijks twee stukjes voor nu.nl) voelde alles wat ik extra deed als bonus.
Lees ook: wat verdien je als journalist en hoe onderhandel je?
24. Geef jezelf minimaal een jaar
Een carrière als freelance schrijver opbouwen kost tijd. De kans dat je binnen twee of drie maanden al een goed salaris verdient is klein.
Je moet wennen aan bestaan als zelfstandige en de verantwoordelijkheid om je eigen opdrachten binnen te slepen. Voordat een opdrachtgever je goed genoeg kent om regelmatig in te huren, ben je zo een halfjaar verder. En bedenk dan dat je meestal minstens vier of vijf opdrachtgevers nodig hebt voor een continue inkomstenstroom.
Het duurt vaak een jaar, of zelfs langer, voordat je echt goed kunt leven van freelance schrijven. Houd dat in je achterhoofd als het even niet goed loopt.
Eén van de freelance journalisten op mijn kantoor stond vorige zomer op het punt om ermee te stoppen. Ze had na ongeveer een jaar nét niet genoeg werk om goed rond te komen.
Uiteindelijk besloot ze op aanraden van enkele collega’s nog een paar maanden door te gaan. Haar omslagpunt kwam twee maanden later. Opdrachtgevers die haar eerst sporadisch belden, begonnen haar vaker in te huren. Contacten die ze maanden eerder had gelegd, mondden opeens uit in opdrachten. Nu heeft ze meer werk dan ik.
25. Begin parttime
Je hoeft niet meteen al je pijlen te richten op een bestaan als zelfstandige. Als je meer zekerheid wilt, kun je ook parttime in dienst werken en in de overige dagen je freelancerscarriere opbouwen.
Zelf ben ik op deze manier begonnen. Van 2003 tot 2008 werkte ik als parttime redacteur bij de jeugdkrant Kidsweek (eerst 4 dagen, toen 3 dagen). Toen ik volledig als freelancer ging werken had ik al meer dan genoeg opdrachtgevers om rond te komen.
26. Stel een minimumtarief in
Wees een beetje flexibel met je tarief. Zeker in het begin zul je niet gemakkelijk opdrachtgevers vinden die de hoofdprijs betalen: je moet jezelf eerst bewijzen.
Daarnaast heeft het ene bedrijf meer te besteden dan het andere. Als je een schrijfopdracht aantrekkelijk vindt en er ervaring mee opdoet als tekstschrijver, is het de eerste tijd zonde om de deal te makkelijk te laten afketsen op prijs. Wel is het belangrijk om een ondergrens voor jezelf te bepalen. Spreek bijvoorbeeld met jezelf af: ik werk niet voor minder dan 50 euro per uur, of minder dan 30 cent per woord (ja, journalistieke media betalen je vaak per woord).
In het begin van mijn carriere werkte ik soms voor 20 cent per woord, nu ligt mijn grens bij 40 cent.
27. Houd ruimte om te experimenteren
Heerlijk als je genoeg schrijfopdrachten hebt, maar houd ook tijd over om te dromen en te experimenteren. Wil je al van jongs af aan een boek schrijven, houd je van dichten, werk je graag aan korte verhalen, droom je van een eigen blog? Laat die plannen niet op de achtergrond raken door de stroom opdrachten. Het is belangrijk om jezelf te ontwikkelen en je dromen na te jagen. Je bent geen schrijfrobot die alleen maar produceert.
Bij mij duurt het soms jaren voordat ik mezelf ervan overtuig dat het weer tijd is voor een persoonlijk project, maar uiteindelijk doe ik het wel. In 2013 zette ik mijn freelancewerk op een laag pitje om een thriller te schrijven. In 2016 begon ik met Schrijfvis. Nu is dit blog bijhouden een deel van mijn werk geworden, maar ik geniet er nog steeds van.
Schrijf je net als 10.000 anderen in voor mijn wekelijkse schrijftip. De ‘gouden’ tip ontvang je meteen! Klik op de mail.
Boek schrijven?
Abonneer je op mijn speciale nieuwsbrief voor schrijvers van boeken. Elke week inspiratie en tips.
Wie is Schrijfvis eigenlijk? En wat kun je hier doen?
Klik op de button en neem een kijkje bij de cursussen: je kunt meteen beginnen!
Welke schrijfcursus op Schrijfvis past bij jou? Vergelijk de cursussenLuister de Schrijfvis-podcast
Verrassende interviews met inspirerende schrijvers, copywriters, journalisten zoals Mensje van Keulen, Govert Schilling, Aartjan van Erkel, Jozua Douglas en de bekendste literair agent van Nederland.
Luister de podcast
Lees ook:
Bedankt voor je blog Dennis! Herkenbaar en bemoedigend. #punt 24. Fijn!
Top artikel!! Ik krijg er gelijk allemaal nieuwe ideeën van. Schrijfvakantie zie ik helemaal zitten
Wat een heerlijk artikel! Zelfs (juist?) na 15 jaar freelancen is het inspirerend om jouw tips te lezen en herlezen. Wat mij vooral aansprak? Dat je als eenzame schrijver echt letterlijk en figuurlijk naar buiten moet treden. Contradictio, want dat kost werktijd. Ook je eerlijkheid over valkuilen en financiën en het niet smoren van je eigen ideeën is verfrissend. Dank voor deze spiegel!
Wat een fijn artikel om te lezen. De tips die je geeft geven me moed en inspiratie om door te zetten. Dit is wat ik wil. Mijn dank is dus enorm groot. Vooral voor Tip 24… Doorzetten, niet stoppen, vallen en weer opstaan. En mondig worden. Mijn grootste struikelblok. Na dit gelezen te hebben, heb ik zo’n zin om weer te gaan beginnen. De motivatie is terug! Thanks!
Goed om te lezen, Nienke, en inderdaad, geef niet op. Probeer verder vooral plezier te houden in het schrijven!