Toen ik 16 was, vulde ik vakken bij de Albert Heijn. Het was tot nu toe de enige baan in mijn leven waarbij ik dozen moest uitpakken.
Ik haalde tubes tandpasta, pakken muesli of andere levensmiddelen uit de dozen. Vervolgens plaatste ik deze tubes en pakken netjes vooraan in de schappen, zodat klanten ze makkelijk konden pakken. Ik was er niet goed in. Sterker nog: na een paar weken werd ik ontslagen.
‘Je staat te veel te dromen en te denken, je moet gewoon die dozen uitpakken en graag wat sneller’, zei de supermarktmanager. ‘Volgens mij kun je beter wat anders gaan doen.’
Als ik mensen een artikel hoor aanduiden als ‘content’, moet ik altijd aan die korte periode als vakkenvuller denken. Zeker als ze aan komen zetten met quotes als deze, van managementgoeroe Bob Boiko, schrijver van de Content Management Bible.
‘Een website zonder content is als een lege doos’
Bij dit soort uitspraken krijg ik het gevoel dat mijn oude supermarktmanager mee staat te kijken over mijn schouder terwijl ik aan het schrijven ben. En hoewel ik geloof dat hij een punt had toen me ontsloeg als 16-jarige (ik was geen beste vakkenvuller), zit ik bij het schrijven niet echt te wachten op zijn advies.
Volgens mij is de term ‘content’ voor artikelen niet alleen verkeerd gekozen, maar ook een beetje gevaarlijk – om de volgende 7 redenen.
1. Artikelen zitten niet in dozen, het zijn juist uithangborden
Volgens het Oxford English Dictionary is de eerste betekenis van content: that which is contained in anything (in a vessel or the like).
Kortom iets dat ergens in zit – in een vat, container of doos bijvoorbeeld.
Maar een artikel wordt niet verpakt in een doos, ook niet in figuurlijke zin. Je gebruikt artikelen juist als uithangbord, bijvoorbeeld op de voorpagina van een krant die in het schap ligt, of op sociale media om je website te promoten. De betekenis klopt dus niet.
2. Artikelen zijn geen eenheidsworsten
De term ‘content’ suggereert dat artikelen simpelweg vulling zijn, oftewel eenheidsworsten die je in een blik propt: onderling vervangbaar.
Daarmee doe je – bewust of onbewust – concessies aan de kwaliteit.
Het maakt niet uit wat er in staat, als we maar een paar artikelen hebben om mensen te trekken. De Deense media-analist Thomas Baekdal schreef meerdere goede stukken waarin hij betoogt dat die onbewuste gedachte over ‘content’ ervoor zorgt dat video en tekst op websites steeds oppervlakkiger wordt.
3. Er zit een marketingluchtje aan het woord ‘content’
Je roept automatisch een associatie op met marketing, want het woord komt rechtstreeks uit marketingboeken. Of je het nu wilt of niet, veel mensen zullen bij het horen van het woord eerder denken dat een artikel puur is geschreven om iets te verkopen. Dat werkt meestal niet in je voordeel.
4. Je jaagt journalisten en schrijvers tegen je in het harnas
‘Even wat content rondpompen op het web’, dat is ondertussen een soort standaardgrap geworden van journalisten die aan artikelen werken. Het geeft aan hoe ze over de term denken. Geen journalist of schrijver zal zijn eigen werk ooit met dit woord aanduiden in een serieus gesprek.
5. Het wordt een containerbegrip
Content wordt gebruikt als term om allerlei soorten media aan te duiden: artikelen, video’s, podcasts. “Hoe lang zou het duren voordat we de plot van een boek of een bioscoopfilm ook content gaan noemen”, hoorde ik boekenredacteur Rob Steijger zich onlangs afvragen. “Welke content draait er vandaag in de bioscoop?”
6. Er zijn uitstekende Nederlandse woorden voor ‘content’
Natuurlijk hebben de meeste mensen die het woord gebruiken daar geen verkeerde bedoelingen mee. Maar waarom dan niet gewoon in het Nederlands zeggen wat je bedoelt, er zijn genoeg geschikte termen voor. Denk aan ‘inhoud’ of ‘artikelen’.
7. Het woord bestaat al in het Nederlands en heeft een andere betekenis, kijk maar in de Van Dale.
En daar ben ik heel content mee.
De term content is waarschijnlijk al te veel ingeburgerd om het woord nog uit te bannen. Maar alle kleine beetjes helpen. Deel dit ‘stukje content’ op Facebook, Twitter of Linkedin en je maakt me enorm content.
Lees ook: Hoe contentmarketing je ‘schrijfstem’ kan veranderen in die van een vervelende verkoper
Schrijf je net als 10.000 anderen in voor mijn wekelijkse schrijftip. De ‘gouden’ tip ontvang je meteen! Klik op de mail.
Boek schrijven?
Abonneer je op mijn speciale nieuwsbrief voor schrijvers van boeken. Elke week inspiratie en tips.
Wie is Schrijfvis eigenlijk? En wat kun je hier doen?
Klik op de button en neem een kijkje bij de cursussen: je kunt meteen beginnen!
Welke schrijfcursus op Schrijfvis past bij jou? Vergelijk de cursussenLuister de Schrijfvis-podcast
Verrassende interviews met inspirerende schrijvers, copywriters, journalisten zoals Mensje van Keulen, Govert Schilling, Aartjan van Erkel, Jozua Douglas en de bekendste literair agent van Nederland.
Luister de podcast
Voor mij betekent de opkomst van de term ‘content’ in het communicatie vakgebied een erkenning van het vakgebied zelf dat het altijd om vorm ging en dat ze er nu eindelijk achter zijn gekomen dat inhoud ertoe doet. Dus op zich is die grotere focus op inhoud een goede ontwikkeling voor het vakgebied, wat mij betreft.
Dat is waar Ank, die focus op de inhoud is goed. Alleen het woord vind ik zo vervelend 😉
Helemaal mee eens, alleen door het Nederlandse woord ‘inhoud’ als alternatief te suggereren spreek je punt 1 over de dozen tegen.
Ha Arjen, dank voor je reactie. Je hebt wel een punt, al heb ik zelf het gevoel dat inhoud in het Nederlands ook nog een betekenis van ‘diepgang’ heeft.
Applaus!
Het woord “content” komt uit de ver-Amerikanisering (of ook wel het “mentale coloniseren”) van Nederland en de rest van de wereld.
Daarom gebruiken we ook woorden zoals “container” of “comments” zoals ik hier rechtsboven ook zie.
Mensen zitten gewoon te veel op “social media”, YouTube en Netflix en hebben een “aapje ziet, aapje doet” mentaliteit.