Bestsellerauteur John Grisham zou waarschijnlijk hoofdschuddend zijn schouders hebben opgehaald als hij hoorde hoe ik bij het schrijven van mijn eerste boek te werk ging.
Ik begon in 2012 aan mijn roman Savelsbos zonder werkplan waarin ik het plot van tevoren had uitgewerkt. Ik had het einde van het verhaal ook nog niet bedacht en introduceerde in het eerste hoofdstuk al meer dan vijf personages.
Met die werkwijze ging ik lijnrecht in tegen de acht schrijfgeboden die Grisham onlangs publiceerde in de New York Times. De voormalig advocaat heeft een enorme hoeveelheid ervaring met het schrijven van boeken. Hij schreef sinds de jaren negentig meer dan 40 rechtbankthrillers, waarvan De Jury, De Cliënt en Advocaat van de Duivel de bekendste zijn. Wereldwijd verkocht de hij meer dan 300 miljoen exemplaren van zijn boeken.
Zijn verhalen zitten vooral planmatig goed in elkaar. Met heldere zinnen bouwt Grisham vanaf de eerste pagina’s van een boek aan ijzingwekkende situaties, die meestal in de rechtszaal tot een verrassende ontknoping komen. Hij werkt dan ook uiterst gedisciplineerd, zo blijkt uit zijn schrijfgeboden.
Als ik volgens Grisham’s methode had gewerkt, zou dat me veel tijd, energie en frustratie hebben bespaard bij het schrijven van mijn eerste boek. Ik liep bij het schrijfproces van Savelsbos meerdere malen vast omdat ik het einde nog niet had bedacht. Ik heb complete hoofdstukken in de prullenbak gegooid en verwijderde meerdere personages uit het verhaal, voordat mijn boek uiteindelijk verscheen.
Vandaar dat ik de schrijfregels van Grisham hieronder publiceer op Schrijfvis, aangevuld met quotes en links naar lezenswaardige interviews met schrijftips van de Amerikaan.