Skip to main content

Waarom je geïnterviewden niet te veel moet citeren in je artikelen

By 26 juni 2016november 20th, 2022Artikel schrijven

Ik lees niet graag oude artikelen van mezelf, vooral vanwege de lange citaten. In mijn eerste jaren als journalist maakte ik consequent dezelfde fout bij het citeren van geïnterviewden: ik gaf ze te veel ruimte. De citaten in mijn artikel bestonden soms uit zes of zeven zinnen. De mensen die ik had gesproken, kwamen over als spraakwatervallen.

De vraag die ik in deze blog probeer te beantwoorden: hoe citeer je iemand zo aantrekkelijk mogelijk in een artikel?

Hieronder een voorbeeld uit een artikel dat ik vijf jaar geleden voor Intermediair schreef. In het stuk citeerde ik neurobioloog Dick Kraaij over de invoering van het studiehuis, een schoolsysteem waarbij leerlingen meer eigen verantwoordelijkheid krijgen. De geïnterviewde vond dat geen goed idee.

“Als neurobioloog kan zie ik de invoer van het studiehuis met lede ogen aan. De hersenen van 16-jarige mensen zijn simpelweg nog nog niet klaar om zo veel eigen verantwoordelijkheid te nemen, in zekere zin is hun brein nog te licht. Het gedeelte van het brein dat is betrokken taken zoals planning, zelfbeheersing en het delegeren van taken groeit nog tussen het achttiende en vierentwintigste levensjaar. Het is niet voor niets dat het studiehuis op middelbare scholen een mislukking is geworden.”

Op zich een interessant betoog. Maar de meeste zinnen hierboven had ik niet tussen aanhalingstekens moeten zetten. Ze hebben namelijk geen toegevoegde waarde als citaat. Het is uitleg, en iets uitleggen kun je altijd beter in je eigen woorden – door te parafraseren.

Veel citeren is volgens mij deels luiheid, deels onzekerheid. Je schrijft precies op wat de geïnterviewde heeft gezegd en hoeft zelf niet te zoeken naar originele formuleringen. Daarnaast leg je de verantwoordelijkheid voor de uitleg volledig bij de ander.

Als je parafraseert, heb je meer vrijheid, omdat je niet letterlijk hoeft te herhalen wat de geïnterviewde zei.  Je kunt de informatie daardoor scherper en aantrekkelijker opschrijven. Zo ontstaat er een betere alinea die meer richting geeft aan je verhaal.

Hoe citeer je de uitleg van Kraaij op een aantrekkelijkere manier?

De hersenen van scholieren zijn volgens neurobioloog Kraaij ’te licht’ voor het studiehuis. De hersenschors – het voorste deel van het brein –  is pas rond het 21e levensjaar volgroeid. En dat is nu juist het hersendeel dat je nodig hebt voor planning, zelfbeheersing en het delegeren van taken. “16-jarigen zijn nog niet klaar om veel eigen verantwoordelijkheid te nemen”, zegt Kraaij. “Het is niet zo gek dat het studiehuis op middelbare scholieren een mislukking is geworden”.  

Hoe citeer je met mate?

Het percentage aan citaat in mijn artikelen ligt nu ongeveer de helft lager dan in mijn beginjaren als journalist. Sommige stukken bestonden destijds voor zeker 30 tot 40 procent uit citaten. Nu schat ik dat ongeveer 10 tot 15 procent van mijn artikelen tussen aanhalingstekens staat.

Hoe citeer je met mate? Volgens mij moet je een geïnterviewde alleen citeren in de volgende gevallen.

Als iemand iets op een originele of grappige manier verwoordt

‘Eigenlijk kèn ik helemaal niks’, zei de Hagenaar Henk Bres ooit op typisch Haagse wijze tegen me in een interview. Hier de bewuste passage.

Henk Bres werd door zijn deelname aan het discussieprogramma het Lagerhuis een bekende Nederlander. Zelf moet hij nog wennen aan die status. Hij maakte zijn school niet af en was jarenlang werkeloos. ‘Eigenlijk kèn ik helemaal niks’, zegt hij.

Zo’n grappige uitspraak kun je nauwelijks parafraseren.

Henk Bres vindt eigenlijk dat hij helemaal niets kan.

De uitspraak verliest dan aan kracht en betekenis. Altijd citeren dus, als iemand iets origineels zegt.

 

Als je een mening weergeeft

Neem het eerder genoemde citaat van de neuroloog uit Intermediair. In de verbeterde versie laat ik het volgende citaat staan: “16-jarigen zijn nog niet klaar om veel eigen verantwoordelijkheid te nemen. Het is dus niet zo gek dat het studiehuis op middelbare scholieren een mislukking is geworden”.

Hier verwoordt de neuroloog zijn mening het scherpst. Volgens mij kun je een geïnterviewde zoiets altijd het beste zelf laten zeggen, zodat er geen misverstanden ontstaan over wat hij precies bedoelt.

Daarnaast krijg je vlakkere en meer afstandelijke zinnen als je een mening parafraseert.

16-jarigen zijn volgens Kraaij nog niet klaar om veel eigen verantwoordelijkheid te nemen. Hij vindt het dus niet zo gek dat het studiehuis op middelbare scholieren een mislukking is geworden.

In een lange beschrijving, ter afwisseling

Een citaat kan de lezer wat lucht verschaffen in een lange beschrijving. Hier een voorbeeld uit een verhaal over een geheugenkampioen dat ik schreef voor Volkskrant Magazine.

De Jong – griffiemedewerker bij de rechtbank Oost-Brabant – heeft de volgorde van het gehusselde kaartspel razendsnel uit zijn hoofd geleerd. De eierwekker geeft de tijd aan die hij daarvoor nodig had: 1 minuut 46.
Het is slechts een opwarmertje voor de Brabander die opgroeide in de Verenigde Staten. Iedere middag neemt hij plaats aan zijn eettafel om zijn geheugen te trainen, niet voor de lol, maar toegewijd als een topsporter, gehuld in doodse stilte, vaak met zijn handen voor zijn ogen ogen om prikkels van buitenaf te weren. Nu eens memoriseert hij kaartspellen, “eentje is eigenlijk te makkelijk, ik kan er meerdere tegelijk te onthouden”, dan weer stampt hij binnen een kwartier getallenreeksen van een paar honderd cijfers in zijn hoofd of prent hij tientallen namen en gezichten in zijn geheugen.

Het woord ‘eentje’ gebruik je normaal gesproken niet in teksten. Maar juist omdat het spreektaal is, zorgt het hier voor afwisseling. Het personage komt ook wat meer tot leven in de tekst door het citaat.

Om te laten zien dat je iemand zelf hebt gesproken

Soms spreek je voor een artikel zo veel mensen dat je ze onmogelijk allemaal uitgebreid aan het woord kunt laten komen. Meestal citeer ik alle geïnterviewden in ieder geval één keer om te kunnen vermelden dat ik ze daadwerkelijk aan de telefoon heb gehad of op Skype heb gesproken. Het is volgens mij altijd goed om je lezer tussen de regels door te laten weten welke bronnen je hebt geraadpleegd en op welke manier.

Natuurlijk zit daar ook een beetje ijdelheid bij. Het is prettig als een geleerd of beroemd persoon de boodschap van je artikel wat meer gewicht geeft.

‘I love quotations because it is a joy to find thoughts one might have, beautifully expressed with much authority by someone recognized wiser than oneself.’

– Marlene Dietrich, in Presidential wit and wisdom, Jess M. Brallier, ‎Sally Chabert (1996)  p. xiii

* Hoe citeer je iemand die je zelf niet hebt gesproken?

Je kunt bij het schrijven natuurlijk ook een citaat van iemand gebruiken uit een eerder interview (met bronvermelding). Maar zorg er dan wel voor dat je honderd procent zeker weet dat de quote ook daadwerkelijk zo is uitgesproken door de persoon die je citeert. Kortom: check de oorspronkelijke bron van de quote!

Abraham-Lincoln-quote.

Lees ook: Schrijven is schrappen: deze 11 moet ik vaker schrappen – en jij ook.
Of: Hoe ga je om met kritiek van een eindredacteur?

 

 

Schrijf je net als 10.000 anderen in voor mijn wekelijkse schrijftip. De ‘gouden’ tip ontvang je meteen! Klik op de mail.

Boek schrijven?

Abonneer je op mijn speciale nieuwsbrief voor schrijvers van boeken. Elke week inspiratie en tips.

Wie is Schrijfvis eigenlijk? En wat kun je hier doen?

Klik op de button en neem een kijkje bij de cursussen: je kunt meteen beginnen!

Welke schrijfcursus op Schrijfvis past bij jou? Vergelijk de cursussen

Luister de Schrijfvis-podcast

Verrassende interviews met inspirerende schrijvers, copywriters, journalisten zoals Mensje van Keulen, Govert Schilling, Aartjan van Erkel, Jozua Douglas en de bekendste literair agent van Nederland.

Luister de podcast

Dennis Rijnvis

Dennis Rijnvis, journalist voor onder meer De Volkskrant, Quest, Nu.nl en Psychologie Magazine. Maar ook schrijver van de thriller Savelsbos, uitgegeven door Cargo/De Bezige Bij. Op dit blog deel ik mijn inzichten en ervaringen op het gebied van schrijven.

5 Comments

  • Anne schreef:

    Interessant artikel.
    Ik ben het niet helemaal eens met het stukje over de neurobioloog. Naar mijn mening heeft de uitleg van Dick Kraaij wel degelijk toegevoegde waarde. Immers: hij is een autoriteit op dit vlak. Als lezer wil ik graag van hem weten hoe – in dit geval – het puberbrein werkt. Bovendien ondersteunt de uitleg zijn stellingname. Ik zou het om die reden wèl in het citaat opnemen.

    • dennisrijnvis schreef:

      Dank voor je reactie Anne. Zijn uitleg heeft zeker toegevoegde waarde, mijn punt is alleen dat je die uitleg beter in je eigen woorden kunt opschrijven. Je vermeldt nog steeds dat het een uitleg van Dick Kraaij is, alleen parafraseer je hem, dat geeft je meer vrijheid.

      • Anne schreef:

        Oké, ja. Dat snap ik.
        Wellicht is het ook een verschil in smaak, en manier van lezen. Als ik een citaat lees, ‘hoor’ ik het als het ware in mijn hoofd. Daardoor komt het bij mij sterker over dan een geparafraseerde tekst.
        Zo heb je me toch weer tot een inzicht gebracht; ik realiseer me nu pas hoe het werkt in mijn hoofd als ik een interview lees!

  • André schreef:

    Leuke blog weer, Dennis! Een paar opmerkingen. Veel citeren heeft nog een andere reden dan luiheid of gemakzucht: onzekerheid. Door een autoriteit te citeren leg je de verantwoordelijkheid bij hem. Ik heb geleerd: meningen zet je in quotes, feiten laat je erbuiten.

    Groet, André

    PS Lees je tekst nog even na. Er staan nog wat onvolkomenheden in…

Leave a Reply